Donderdag 16 april 2020
6 adressen, zie onder
Ontvang updates voor Epe
Planologie, bouwen en wonen - inspraak ontwerpbeleidsregel kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnestroomsystemen, gemeente epe 2020 ontwerp beleidsregel kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnestroomsystemen burgemeester en wethouders van epe overwegende dat het gewenst is dat het college een beleidsregel vaststelt ter toetsing van een omgevingsvergunning voor kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnestroomsystemen; gelet op de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo) en de wet op de ruimtelijke ordening (wro), besluiten: vast te stellen de ontwerp beleidsregel kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnestroomsystemen beleidsregel 1.1 voorkeursvolgorde en vergunningprocedure voor de zonnestroomsystemen voor eigen gebruik wordt een voorkeursvolgorde voor plaatsing gehanteerd. deze leidt tot de volgende stappen: dakgebonden; zonnepanelen op het dak of aan de gevel grondgebonden; zonnepanelen binnen het bestemmingsvlak van de functie wonen, horeca, bedrijven of maatschappelijk grondgebonden; zonnepanelen buiten het bestemmingsvlak van de functie wonen, horeca, bedrijven of maatschappelijk ad 1. zonnepanelen op daken en aan gevels genieten de voorkeur ten opzichte van grondgebonden zonnestroomsystemen. dit is vergunningvrij. ad 2. daarnaast kunnen grondgebonden zonnestroomsystemen binnen het bestemmingsvlak wonen, horeca, bedrijven of maatschappelijk overwogen worden. deze verdienen de voorkeur wanneer plaatsing van zonnepanelen op het dak redelijkerwijs niet rendabel kan worden toegepast. twee voorbeelden hiervoor zijn ongeschikte dakrichting en beschaduwing van het dak. hiervoor is een reguliere omgevingsvergunning benodigd. ad 3. wanneer zonnepanelen op daken en grondgebonden plaatsing van zonnepanelen binnen het bestemmingsvlak redelijkerwijs niet mogelijk is, kunnen grondgebonden initiatieven buiten het bestemmingsvlak overwogen worden. drie redenen waarom plaatsing binnen het bestemmingsvlak niet mogelijk is, zijn onvoldoende beschikbare ruimte, schaduwvorming, bestaande gebruik van de tuin. hiervoor is in de regel een omgevingsvergunning afwijking bestemmingsplan benodigd. voor aanvragen die passen binnen deze beleidsregel, doch strijdig zijn met het vigerende bestemmingsplan is een procedure tijdelijke omgevingsvergunning benodigd. 1.2 plaatsing en locatie een omgevingsvergunning ten behoeve van de plaatsing en het gebruik van een grondgebonden zonnestroomsysteem inclusief bijbehorende montagematerialen en bekabeling, kan worden verleend met dien verstande dat: het zonnestroomsysteem wordt geplaatst ten behoeve van het voorzien in de energiebehoefte van de eigen woning, bedrijf; er mag enkel een grondgebonden zonnestroomsysteem binnen het bestemmingsvlak worden geplaatst, indien volgens de voorkeursvolgorde plaatsing op het dak (stap 1) redelijkerwijs niet mogelijk is. voor wat betreft de situering van het zonnestroomsysteem geldt dat: het zonnestroomsysteem bij voorkeur achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw wordt geplaatst er mag enkel een grondgebonden zonnestroomsysteem buiten het bestemmingsvlak worden geplaatst, indien volgens de voorkeursvolgorde plaatsing op het dak (stap 1) of plaatsing in het bestemmingsvlak (stap 2) redelijkerwijs niet mogelijk is. voor wat betreft de situering van het zonnestroomsysteem geldt dat: het zonnestroomsysteem dient aansluitend aan het bestemmingsvlak te worden geplaatst; indien het voorgaande ruimtelijk gezien onmogelijk is, mag het zonnestroomsysteem worden geplaatst buiten het bestemmingsvlak, zo dicht mogelijk bij de woning, bedrijf binnen een maximale afstand van 100m tot de woning, bedrijf of in het geval van meerdere aansluitende zonnestroomsystemen binnen 100 m tot één van de woningen; voor wat betreft maatvoering van het zonnestroomsysteem geldt dat: per woning, bedrijf mag niet meer dan 1 zonnestroomsysteem worden gerealiseerd, dit kan deels dakgebonden en deels grondgebonden zijn uitgevoerd; het vermogen van elk individueel zonnestroomsysteem niet meer dan 15 kwp bedragen; in het geval van één zonnestroomsysteem, mag de oppervlakte van het zonnestroomsysteem niet meer dan 100 m2 bedragen; indien het eigen gebruik een groter vermogen of oppervlak voor zonnestroomsysteem vereist kan gemotiveerd hiervan worden afgeweken; in het geval van meerdere woningen met aansluitende zonnestroomsystemen (maximaal 5) op een perceel, mag de totale oppervlakte niet meer dan 500 m2 bedragen (per zonnestroomsysteem 100 m2); de hoogte mag niet meer dan 1,50 m bedragen; de omgevingsvergunning uitsluitend kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de landschappelijke en/of natuurlijke waarden; hiertoe dient een landschappelijk inpassingsplan deel uit te maken van de aanvraag waarbij rekening gehouden is met de kenmerken van het landschapstype zoals in bijlage 2 aangegeven; in het geval van plaatsing in een natuurgebied of binnen de gelders natuurnetwerk (gnn) of groene ontwikkelingszone (go) dient een natuurtoets dit aan te tonen; de archeologische waarden, waarbij in elk geval geldt dat realisatie binnen gronden met de bestemmingen waarde - archeologie geldt dat omgevingsvergunning uitsluitend kan worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische en/of cultuurhistorische waarde geen bezwaar bestaat en nadat de gemeentelijk archeoloog daaromtrent is gehoord. verkeersveiligheid; indien er bij plaatsing in de buurt van een openbare weg een kans bestaat op verkeershinder door het zonnestroomsysteem, dient in de aanvraag onderbouwd te worden welke maatregelen worden genomen om dit te voorkomen. cultuurhistorie; het initiatief mag geen onevenredige afbreuk doen aan waardevolle historische omgeving (zowel bebouwd als onbebouwd) externe veiligheid; de bekabeling dient op een veilige manier in de grond te worden weggewerkt. het zonnestroomsysteem dient niet toegankelijk te zijn vanaf de openbare weg of daarvan te zijn afgeschermd. straat- en bebouwingsbeeld; in het kader van de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning wordt bezien of de opstelling voldoet aan redelijke eisen van welstand. bestaande omliggende functies mogen door het zonnestroomsysteem niet worden belemmerd 2. inwerkingtreding en citeertitel de beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad. de beleidsregel kan worden aangehaald als: beleidsregel kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnestroomsystemen, gemeente epe 2020 epe, 3 maart 2020 burgemeester en wethouders van gemeente epe, de burgemeester, de secretaris, dhr. t.c.m. horn mw. c. kats.
De betreffende lokatie ligt in de wijk Epe. De betrokken overheidsinstantie is Gemeente Epe en is gevestigd op Markt te Epe.
Bekijk alle bekendmakingen in Epe