Tijdelijk mortuarium voor de opgegraven slachtoffers van Kamp Amersfoort. Dit bevond zich in de eerste werkbarak buiten het eigenlijke kamp. Op de achtergrond staat de tweede barak, dichter bij de Appelweg.
Deze foto is afkomstig uit de collectie van www.archiefeemland.nl en dateert van 1946 - 1947.Deze foto is gemaakt door [Onbekend].
Bijzonderheden:
In de barakken heeft vanaf mei 1945 tot medio 1951 een afdeling gezeten van de Dienst Identificatie en Berging, aanvankelijk onderdeel van het Rode Kruis, later van het Militair Gezag en vanaf mei 1946 onderdeel van de Koninklijke Landmacht, rechtstreeks functionerend onder de Minister van Oorlog. Deze afdeling deed niet alleen de onderzoeken van slachtoffers van Kamp Amersfoort, maar deed ook de opgravingen van oorlogsslachtoffers (Nederlands, geaillieerd of Duits) in midden-Nederland. Ook verzorgde deze afdeling het opgraven van in Duitsland of elders omgekomen verzetsmensen van wie een traceerbaar graf kon worden gevonden. Na opgraving werden ze naar Amersfoort gebracht voor onderzoek en identificatie. Daarna werd in overleg met de familie bepaald waar werd herbegraven. De kosten van bergen en herbegraven waren daarbij voor de Staat der Nederlanden. Als er lijken waren, hing de vlag half stok. Op het plaatje is de vlag nog net te zien. Aan het einde van het pad zie je een glimp van de wachttoren die er nu weer op de juiste plaats staat. In 1951 ging de dienst weg en werden de barakken opgeknapt. Ze werden ten tijde van kazerne De Boskamp gebruikt als PMT en KMT (Protestants en Katholiek Militair Tehuis), dus voor de geestelijke verzorging van militairen van de kazerne. In die tijd werden ze van buiten ook wit gemaakt. Toen defensie vertrok (formeel 1 juli 1968, feitelijk november 1967) werden de barakken gesloopt. Boeren kochten spanten en houten delen op. Ze maakten er veestallen van.