Oosterbroekerweg 15. Gemaal (complex), gebouwd in 1914 als ruwoliegemaal met centrifugaalpomp ten behoeve van de polder de Velserbroek. Thans in gebruik als electrogemaal met centrifugaalpomp; de oorspronkelijke ruwoliemotor staat nog in het gemaal opgesteld. Het complex is gesitueerd in het noordoosten van de polder en bestaat uit een machinegebouw met voor- en achterwaterlopen, betonnen damsluizen, een uitwateringsduikersluis, alsmede de oorspronkelijke machinistenwoning. Geschiedenins:. De Velserbroek werd al in de dertiende eeuw bedijkt langs de noord- en oostzijde. De Velserdijk keerde het Wijkermeer en het IJ en sloot aan op de Sparendam (Spaarndam) die al in 1220 was gelegd tussen het Spaarne en het IJ. De Velserbroek heeft nooit over een eigen bemaling beschikt, maar de polder kon het overtollige water via vier uitwateringssluisjes laten wegstromen. In de 'Informacie' uit 1514 staan de onderhoudsverplichtingen van de ingelanden vermeld: 'Velzerdijck.daarinnen begrepen de onderhoudensisse van 4 sluyzen'. In de loop der eeuwen zijn de oorspronkelijke houten sluisjes regelmatig vernieuwd en rond 1770 in steen uitgevoerd. Hoewel ze sindsdien andermaal zijn gerepareerd en opnieuw opgemetseld, is de hoofdvorm onveranderd. Sinds de achtiende eeuw konden de sluisjes ook het polderwater met behulp van schuiven vasthouden, hetgeen in droge zomers uitdroging van de gewassen voorkwam (Gemeente-archief). De aanleg van het Noordzeekanaal (1865-1876) had grote gevolgen voor de Velserbroek: de Wijkermeer werd ingepolderd, het IJ afgesloten en de zeewerende functie van de Velserdijk verviel. Belangrijker nog was dat de getijdenwerking kwam te vervallen, waardoor de natuurlijke afwateringin gevaar kwam. Sinds 1883 werd een 6 pk stoomlocomobile gebruikt om in de winter aan de zijdzuide van de polder het water uit te pompen. In de zomer moest de locomobile aan de noordzijde water inpompen. Met deze wisselende behoeften moest bij de bouw van het gemaal
Houten > Houten Zuid-West > Bouwen