1947
Met de afgraving van de alg. begraafplaats werd op 27 jan. 1947 een aanvang gemaakt, doch door de langdurige vorstperiode moest het werk tot 21 maart worden stopgezet. In verband met het vermoeden dat op dit terrein de Middeleeuwse Quirinuskapel heeft gestaan, wordt op verzoek van de wrnd. Rijksarchivaris Mr. J.W. Groesbeek het terrein door de wichelroedeloper Hout uit Alkmaar onderzocht, die dit onderzoek instelt op steenresten. De wichelroedeloper geeft Mr. Groesbeek aanwijzingen. Het onderzoek wordt bijgewoond door de burgemeester Jhr. C.J.A. den Tex en de gem. secretaris G. van Eck.
Alkmaar